Over het orgel

Verbeeck-Schnitger-Hinsz-orgel

Het orgel in de dorpskerk van Peize is het oudste in Drenthe. Het bevat meer dan 1.000 pijpen. Maar hoe kwam zo’n groot en bijzonder orgel in Peize terecht?

In 1631 geven de voogden van het St. Geertruidsgasthuis in Groningen aan orgelmaker Anthony Verbeeck te Groningen de opdracht om voor 700 Caroli gulden een orgel te bouwen.

Dertig jaar later wordt het orgel verbouwd door Johannes Huss.  In 1672 raakt het beschadigd door beschietingen van de bisschop van Munster en kan het acht jaar lang niet gebruikt worden. Het is waarschijnlijk dat Jan Helmman de herstelwerkzaamheden aan het orgel uitvoerde.

In 1697 past de beroemde orgelbouwer Arp Schnitger het orgel aan: er werd een vrij pedaal toegevoegd. De pijpen hiervan staan in de grote pedaaltorens links en rechts van het orgel. Ook maakte Allart Meijer en Jan de Rijk  nieuw houtsnijwerk aan de orgelkast. Behalve een vrij pedaal werden ook drie nieuwe blaasbalgen gemaakt om het orgel van voldoende wind te voorzien. Of voegde Schnitger drie balgen toe? In latere bronnen is steeds sprake van vier (spaan)balgen achter het orgel.

Als het orgel ruim 150 jaar oud is, in het jaar 1757, zal de beroemde orgelbouwer Albert Anthoni Hinsz onder andere nieuw rugwerk en een nieuwe windlade plaatsen. Voor zowel het rugwerk als het hoofdwerk maakt Hinsz nieuwe windladen. Ook voegt hij in alle registers van Verbeeck de tonen Cis, Dis, Fis en Gis toe vanwege het kort octaaf dat het orgel tot dan toe had.


Bij de bouw van het rugwerk gebruikt Hinsz een groot deel van het pijpwerk uit het Borstwerk opnieuw. Zodoende bleef een groot deel van het Verbeeck-pijpwerk behouden. Een unicum in Nederland; nergens is een orgel te vinden waarin zoveel pijpen van deze bouwer nog harmonieus samenklinken.

1862: In Peize worden er plannen gemaakt om een orgel aan te schaffen. De kerkvoogdij hoort van de heer Van Oeckelen dat het orgel van het Geertruidsgasthuis te koop staat voor f. 2000, -. De orgelmaker stelde voor dit orgel gereed te maken en te plaatsen. De kosten worden onder andere gedekt door de verkoop van 63 eikenbomen die rondom de kerk staan.

De spaanbalgen van Schnitger (en Verbeeck?)  hebben tot 1936 dienst gedaan. Dan worden ze door orgelmaker Jan Doornbos vervangen door een magazijnbalg.

Van 1963 tot 1973 wordt het orgel opnieuw gerestaureerd, de kosten zouden oplopen tot driehonderd duizend gulden. Daarmee heeft de Kerk van Peize weer een prachtig instrument dat zeker 50 jaar mee kan. Het uiterlijk van het orgel verdient nog de nodige aandacht. Met name een stuk herstel van de oorspronkelijke kleurstelling moet nog worden gerealiseerd. Bij de terugplaatsing van het orgel in 1973 is het orgel in een roze grondverf afgeleverd. Een plaatselijke schilder heeft indertijd een dekkende oud-roze kleur aangebracht. De vermoedelijke kleurstelling zal mahonie geweest zijn. Het snijwerk zal deels verguld zijn geweest. Sporen hiervan zijn nog duidelijk waarneembaar.

5 verdwenen registers worden gereconstrueerd:

In het pedaal zijn dat de Bourdon 16’ en de Mixtuur (met terst); in het Hoofdwerk wordt de Quintfluit 3’ gereconstrueerd en in het Rugwerk de Scherp (samenstelling naar het Hinszorgel in Leens) en de Vox Humana.

Er worden momenteel (2022) plannen gemaakt om de kleurstelling terug te brengen naar de originele kleuren. Ook zal het orgel na 50 jaar trouwe dienst opnieuw gerestaureerd moeten worden.

Gegevens zijn o.a. ontleed aan orgelelsindrenthe.nl